Wei kieren noe de startpagina van Onze zeute Halse ToelWei kieren noe 't begin van alles De volgende inleiding is overgenomen van de website Taal in Nederland / Streektaal.net.De tekst (en nog vele andere informatie over onze taal en onze dialecten) is terug te vinden op http://taal.phileon.nl/index.php.Dialecten en streektalen In Nederland zijn er drie dialectgroepen erkend als streektaal (volgens het Europees Handvest van Streek- en Minderheidstalen). De naam 'streektaal' is een misleidende vertaling van het Engelse 'regional language'. Erkenning als streektaal geschiedt alleen wanneer de betreffende taalvariant géén dialect is van het Nederlands, én als het van oudsher in Nederland wordt gesproken. Het onderscheid tussen een dialect en een (streek)taal is niet altijd duidelijk. Over het algemeen worden varianten met een eigen oorsprong en ontwikkeling niet als dialect bestempeld, vandaar dat Fries, Limburgs en Nedersaksisch wel als streektaal, aparte taal dus, beschouwd worden. Bijvoorbeeld Brabants en Utrechts zijn niét als streektaal erkend. Het Standaard Nederlands komt namelijk voort uit o.a. deze dialecten. Officieel zijn er geen streektalen in ons land. Door de taalwetgeving kunnen in Belgie geen aparte streektalen worden erkend. enkel Nederlands, Frans en Duits. Deze talen zijn telkens gekoppeld aan een ééntalige cultuurgemeenschap bevoegd voor persoonsgebonden materies zoals welzijn en onderwijs. In Nederland zijn drie erkende streektalen: Fries, Limburgs en Nedersaksisch.
Indeling streektalen en dialecten. Zie http://taal.phileon.nl/index.php. Friso-Frankische streektaal. Een vierde streektaal is op weg naar erkenning. Het is het Zeeuws dat samen met het West- en Frans-Vlaams een apart cluster vormt van zuidwest-Nederlandse dialecten. Het is de Friso-Frankische streektaal. De middeleeuwse schrijver Jacob van Maerlant onderscheidde al een aantal zelfstandige 'Dietse' (streek-)talen en het Zeeuws is er daar één van. Zo blijkt onder meer uit de proloog van zijn Sinte Fransiscus Leven.:
Zeeuws werd toen dus gespeld als 'Zee(u)s(ch)' en was als begrip gangbaar ter aanduiding van de taal van de Vlaamse kust. Daaronder verstond men tot ongeveer begin vijftiende eeuw het hele eilandrijke kustgebied van Oostvoorne tot voorbij Duinkerke. Tegenwoordig, nu streektalen en minderheidstalen volop in de belangstelling staan, zijn steeds meer mensen van mening, dat het Zeeuws (lees Vlaams), net als het Nedersaksisch en het Limburgs, als zelfstandige streektaal erkend zou moeten worden. Het Europees Handvest van Streek- en Minderheidstalen biedt daar meer dan voldoende mogelijkheden voor. Op provinciaal niveau wordt daarover sinds kort overleg gevoerd. De vraag die daarbij vanzelfsprekend rijst, is of die erkenning ook voor het Frans- en West-Vlaams zou moeten gaan gelden. België heeft het genoemde handvest echter niet ondertekend. Men zou dan tot de merkwaardige situatie komen dar het Vlaams in Frankrijk en het Zeeuws in Nederland een officiële streektaal zou worden, terwijl het West-Vlaams in België enkel als dialect van het Algemeen Nederlands zou gelden. Links Over de taal van Zuidwest-Vlaanderen Zuidwestvlaams voor Nederlandstaligen Over aan het Nederlands verwante Nederduits Nedersaksisch, Nederduits, Platduits Frans-Vlaanderen http://www.euro-support.be/langbel/belle.htm) . Het Brabants dialectTaalgroep Indo-europees / Germaans / West-Germaans / Nederduits / Nederfrankisch (Nederlands)
Overgang Germaanse talen en dialecten in de Lage Landen. Zie http://taal.phileon.nl/index.php. Geschiedenis De Brabantse dialecten zijn géén minderheidstaal, maar Nederlandse dialecten, omdat het Brabants een grote bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van het Standaardnederlands. In de 14e en 15e eeuw zijn Brussel, Mechelen en Antwerpen samen met Gent en Brugge de meest invloedrijke steden in het Nederlandse taalgebied maar als in de 16e eeuw de wording van de standaardtaal in een stroomversnelling komt, wordt het zwaartepunt van de Nederlanden naar het noorden verlegd. Na de val van Antwerpen (1585) in de Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en de Nederlanden vluchten er echter bij benadering 150.000 Vlamingen en Brabanders naar het noorden. Daardoor blijft ook na de vijftiende eeuw de invloed van dialecten als het Antwerps op de wording van het Standaardnederlands groot. Amsterdammer Joost van den Vondel was een kind van Antwerpse vluchtelingen. Merk evenwel op dat het hier gaat om het Brabants uit de steden van de Belgische provincies. Niet alle Brabantse dialecten maar slechts een paar stadsdialecten ( Belgische provincies Antwerpen en Brabant) hebben dus een grote bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van het Standaardnederlands. Gebied Tot de Brabantse dialecten worden de dialecten gerekend die worden gesproken in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en de Belgische provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant / Brussel. Natuurlijk volgen de isoglossen niet precies de provinciegrenzen. Zo kent Noord-Brabant drie deelgebiedjes waar men niet-Brabantse dialecten spreekt, nl. de Westhoek rondom Dinteloord, die meer Hollands is, Budel en omstreken, dat Dommellands ( Noordwestelijk Belgisch Limburgs) is en het Land van Cuijk, waar men Kleverlands spreekt en dat dus meer aansluit bij noordelijk Nederlands Limburg en zuidoostelijk Gelderland. Bovendien zijn er enkele overgangsgebieden waar men geen precieze grens kan trekken: ten noorden van oostelijk Noord-Brabant ligt de Bommelerwaard en de dialecten aldaar lijken sterk op de Brabantse dialecten ten zuiden van de Maas. Vlaams-Brabant grenst in het
westen aan het Oost-Vlaams; in de overgangszone, de Denderstreek,
spreekt men ook min of meer Brabants. In het oosten grenst
Vlaams-Brabant aan Belgisch Limburg; in die overgangszone, het Geteland,
spreekt men ook weer min of meer Brabants. Voor het gemak houdt men
in deze drie moeilijke gevallen maar de provinciegrenzen aan, maar dialectologisch is dat niet helemaal correct.
Belangrijke Brabantse dialectkenmerken zijn de umlaut, verkleinwoordvorming met -ke en voornaamwoorden in de 2e persoon met g- (ge, gij, gellie). Voor het Brussels zie http://www.euro-support.be/langbel/brussel1.htm
Brabanders zeggen "verket", Vlamingen en Limburgers zeggen "fersjet". Zie http://taal.phileon.nl/index.php. Aantal sprekers Het aantal sprekers is niet bekend. Ter vergelijking: het inwonertal van de hier beschreven gebieden bedraagt:
Status Brabantse dialecten worden in Nederland niet als minderheidstaal erkend. Om die reden is er ook geen sprake van standaardisering van het Brabants, aandacht voor deze dialecten in het onderwijs of gebruik van het Brabants in formele situaties. In 1999 is er een referentiespelling ontwikkeld voor alle Brabantse dialecten, samengesteld door vertegenwoordigers uit Noord-Brabant, Antwerpen en Vlaams-Brabant. Cultuur In enkele gebieden is er een traditie van cabaret en muziek in het dialect te constateren; met name de Meierij van 's-Hertogenbosch, de steden Antwerpen, Mechelen en Leuven en het Pajottenland (Brussel en aangrenzend westen) kennen veel voorvechters van het dialectgebruik. In andere streken, zoals het oosten van de provincie Antwerpen, het land van Heusden en Altena en noordwestelijk Noord-Brabant, is die traditie nauwelijks aanwezig. Tekst grotendeels overgenomen van Jos Swanenberg. Zie website http://taal.phileon.nl/index.php.
LinksWei kieren noe de startpagina van Onze zeute Halse Toel |