Prinsjelèven ‘t hiel joer lank Prinsj Lorre I verteltsj
31 januari 1972: mijn geboortedag.
Het was alsof het voorbestemd was: een prinsenverkiezing die vorig jaar samen viel met mijn verjaardag! Maar, voorbestemd of niet, Caroline en ik hebben er hard, héél hard, moeten voor knokken. De tegenstand was zeer sterk! Het allermooiste moment was aan het eind van die lange, uitputtende verkiezingsdag, toen Jos het winnende koppel bekendmaakte: “Het was een nek-aan-nek-aan-nek-race, maar we hebben een nieuw prinsenkoppel:…het kandidatenpaar van de Nachtratteeeee”. Dat ogenblik vergeet ik nooit meer. Wat er toen door me heen ging is onbeschrijfelijk. Wanneer ik terugdenk aan die woorden krijg ik nog steeds rillingen! Ik heb die -korte- nacht geslapen met de cape van de Neuje Prinsj en nadien een bad genomen met mijn prinsenhoed op het hoofd en een glas Champagne in de hand! En dat was maar het begin van mijn prinselijk jaar! Wat volgde was als het ware een ontdekking voor mij. De ontdekking van een ander carnaval. Ik ben, zoals de kranten het zo mooi formuleerden, een carnavalskind. Mijn vader was een van de stichtende leden van onze groep in 1972. Ik ben dus al meer dan 30 jaar carnavalist, maar dit jaar maakte ik alles eens mee van de andere kant.
Tussen de verkiezing en carnaval waren vijftig dagen. Van die vijftig dagen zijn Caroline en ik welgeteld één avond samen thuis geweest! Er was écht elke dag iets: vergaderingen, persconferenties, bezoeken aan de groepen, ons prinsenpak passen, kindercarnaval, opening van de foor, dopen, eetfestijnen, enz. En op de weinige ogenblikken die vrij waren werkte ik verder aan de sjaar en Caroline aan de kostuums. De voorbereiding was dus zeer intens, maar zó de moeite waard. Ik leefde gewoon op een wolk! Ik genoot echt met volle teugen van al die “verplichtingen”. En dan carnaval zelf. Het begon zaterdagochtend met een lekker ontbijt en daarna het moeilijkste moment: een bezoek aan het kerkhof. We groetten de graven van Edmond Demesmaeker, Marcel Devisch, van mijn goede kameraad Jean Maillard, en natuurlijk van Roland Lauwers, die ik enorm bewonderde! Ik bleef even alleen achter om een traantje weg te pinken bij Michke, de moederfiguur van onze groep, die we enkele maanden eerder verloren. Heel raar, zo een moment van bezinning aan het begin van de drie dolle dagen! Het brouwen op de Grote Markt was dan weer een magisch moment: uit die donkere ton komen, al die prinsen en carnavalisten om me heen, de sleutel en sjerp die ik kreeg van burgemeester Pieters, de speech die ik mocht geven. Het bezorgde me echt een overweldigend gevoel!
Nog zo'n magisch en onvergetelijk moment is de zonsopgang meemaken met de Gilles. Het is een fantastisch contrast: na de zware bastonen op de Grote Markt, die ochtendrust met enkel de meeslepende melodieën van de Gilles, en het bezoek aan de basiliek als schitterende apotheose. Voor de pronkzitting in het stadhuis hadden we door tijdsgebrek geen speech kunnen voorbereiden. Het is pas zaterdagnamiddag in de ton van de Vaantjesboer (daar had ik een uurtje niks anders te doen!) dat ik de onderwerpen van onze speech bedacht. Caroline's moeder bezorgde ons de attributen vlak voor we de raadszaal betraden! Maar alles liep van een leien dakje: iedereen vond ons optreden zeer leuk. De stoet was wat ik ervan verwachtte: ondanks het slechte weer, toch nog een massa volk (waarvan de meeste vooral interesse hadden voor de bollen die we gooiden). De lichtstoet en shows op de Markt vielen me wat tegen. Ik besef dat iedereen voor dit onderdeel zijn uiterste best doet, maar uiteindelijk zag ik maar enkele zeer goede of originele shows en zeven of acht keer praktisch hetzelfde. Hier is een facelift voor de toekomst zeker niet misplaatst!
Krottenmaandag begon met het traditionele bezoek aan het Zonnig Huis, gevolgd door een heerlijk etentje in Les Eleveurs, ons aangeboden door – een gedeelte – van de prinsen van Tastendeuvel, waarvoor onze dank! 's Avonds mocht ik als allereerste prins de prijsuitreiking meemaken zonder sjaars op de Markt. Het was wat onwennig, leeg zelfs, maar veiligheid voor alles, hé. Nadien volgde het gesmaakte optreden van The Magical Flying Thunderbirds en als laatste officiële daad: de verbranding van carnaval. Ik heb samen met Caroline en nog enkele honderden feestvierders afscheid genomen van “onze” carnaval met een haring en een kopje ajuinsoep, bij Sisse in Essenbeek. Gelukkig geen zwart gat na carnaval, want we mochten onmiddellijk beginnen met de verhuis van “onze” hangar in Essenbeek naar een andere in Sint-Pieters-Leeuw. De zomermaanden waren dan weer wat rustiger op carnavalgebied, maar vanaf september was het weer vollen bak wat kermissen betreft. Caroline en ik hebben er, net als onze voorgangers, een erezaak van gemaakt naar zoveel mogelijk activiteiten te gaan. En dan een volgende onvergetelijke dag: Elf november! Na vrij vlot geslaagd te zijn in de diverse proeven werd ik opgenomen in de Prinstepoljste Sosjeteit van Halle; Tastendeuvel. De dag voordien mocht Caroline toetreden tot de Skoensjte Sosjeteit van Halle. Een naam die ze alle eer zal aan doen! Onze regeerperiode loopt nog tot zaterdag 5 maart, 21u33. Dan wordt onze heerschappij verbrand op onze Gruute Met. Ik zal er ongetwijfeld een traantje laten, maar geen verdriet of spijt. Het zullen tranen van geluk en vreugde zijn! Vreugde om wat Caroline en ik het afgelopen jaar mochten meemaken! “Duuzend kiere merci, Karnavalveerend Halle!!”
ZZ Lorre I,
januari 2005 Naar voorpagna Luuper 2005 nr 1 Naar artikel over de Maan en de Carnavalkalender Naar discussie over Halles of Als Naar interview over Tien jaar Luupers Naar artikel over foto in Het Volk anno 1936 Naar bespreking schildrij Bruegel |